De domesticatie van de wolf heeft naar de hond geleidt, mens' beste vriend die zich perfect heeft geïntegreerd in het leven in huis. Maar hoe is de natuur van deze canine, wiens leven sterker door de mens is beïnvloed dan zijn wilde familie, veranderd? Een recent gepubliceerd onderzoek door the
Royal Society lijkt deze complexe vraag deels te beantwoorden.
Het experiment naar de intelligentie van honden en wolven
Monique Udell, geleerde aan de Oregon University, focuste op het vernuft van de viervoeters en creëerde een enkelvoudige test voor
10 gedomesticeerde honden, 10 wolven en 10 honden uit het asiel. De dertig specimens moesten hun vernuft vergroten om voedselbeloningen te krijgen: om te slagen voor de test moest er een doos geopend worden om bij de beloning te komen. De wolven hadden het meest opmerkelijke resultaat –
8 van de 10 voldeden aan de eisen – dit in schraal contrast tot de matige resultaten van de honden: slechts
1 van de 20 wist de taak te volbrengen door hulp, bevestiging en aanwijzingen te zoeken bij het baasje.
Honden en wolven: intelligent op verschillende manieren
Deze unieke studie ondersteund deels het idee dat
de menselijke roedelleider voor de gedomesticeerde hond ervoor zorgt dat er een sterke sociale intelligentie is die de interactie met het baasje versterkt.
De verschillen met de wolf in termen van vernuft en het oplossen van problemen zijn substantieel: het roofdier lijkt zich te redden op de zelfde manier waarop het dit al duizenden jaren doet, in zowel jagen als in
het managen van de dynamiek in de roedel.Echter is het concluderen dat de een “minder intelligent" is dan zijn wilde “neef" door een lang proces van
domesticatie is te simpel en oppervlakkig. Volgens de geleerde en auteur van het experiment zal dit onderzoek niet alleen verder bestudeerd moeten worden maar moet
elke hond net zo als elke wolf op het gebied van houding en reactie gezien worden als
een afzonderlijk geval.